Adviezen van islamitische geleerden over het begraven van moslims in niet-islamitische landen

 

Onder islamitische geleerden komt het begraven van moslims in een niet-moslim land meestal aan de orde in discussies over de algemene situatie van moslims in deze landen. De keuze die wordt gemaakt met betrekking tot begraven is ofwel een voorkeur voor repatriëring naar een islamitisch land of voor het snel begraven van een moslim in een niet-moslimland. Vanuit een religieus oogpunt zou een begrafenis zo snel mogelijk moeten plaatsvinden.  Een probleem doet zich voor wanneer er geen islamitische begraafplaatsen zijn in het land waar de overledene is komen te sterven. De opvattingen van islamitische geleerden over deze kwestie kunnen in drie categorieën worden verdeeld. Er zijn geleerden die een voorkeur uitspreken voor de snelle begrafenis van een overleden moslim. Deze optie houdt in dat de overledene mag worden begraven in een niet-islamitisch land, bij voorkeur in een perceel gereserveerd voor moslims maar anders op een niet-islamitische begraafplaats, waarbij ervoor wordt gezorgd dat zoveel van de religieuze voorschriften (wassen, afdekken, begrafenisgebeden) worden waargenomen. Deze wetenschappers beweren dat transport van de overledene niet gebruikelijk was tijdens de tijd van de profeet en daarom niet de voorkeur verdiende (Heine 1996, 14-15). Deze positie is ook terug te vinden in de profetische tradities hieromtrent: ‘Jaabir ibn’ Abdillaah zei: ‘Op de dag van de Slag bij Oehoed werden de doden [terug naar Madeenah] gebracht voor begrafenis in Al-Baqî, toen de omroeper van de profeet riep: Allah’s boodschapper beveelt je om de doden te begraven waar ze sterven. Deze [aankondiging kwam] nadat mijn moeder mijn vader en oom al aan de zijkant van haar kameel had gebonden om ze in al-Baqee te begraven. Ze heeft ze echter teruggebracht naar de plaats waar ze werden vermoord [voor de begrafenis] “(Philips 2005, 16).

Andere geleerden geven de voorkeur aan het vervoer van overleden moslims naar een islamitisch land voor een snelle begrafenis. Ze beweren dat het moslims verboden is om naast niet-moslims begraven te worden, bijvoorbeeld vanwege de straf waaraan laatstgenoemden onderworpen zijn in hun graven. Als moslims naast hen zouden worden begraven, zouden ze worden geschaad en gestoord door hun nabijheid tot deze straf (Abdulqadir 1998, 288; Abu Sahlieh 2001, 101). Alleen als transport absoluut onmogelijk is, laten deze geleerden moslims begraven in een niet-moslimland. Ze beweren dat dit in overeenstemming is met het noodzakelijkheidsbeginsel (darûrah), dat kan worden geïnterpreteerd als te betekenen dat God mensen niet zwaarder belast dan ze kunnen verdragen. Niettemin is begraven in dit geval alleen toegestaan op een apart deel van de begraafplaats (Abdulqadir 1998, 288; Qahtani 2007, 89-90; Tabatabi 2001, 177-179). In de middelste positie staan die geleerden die moslims actief in niet-islamitische landen aansporen om hun eigen islamitische begraafplaatsen en begraafplaatsen te ontwikkelen.

In de middenpositie zijn geleerden, die er de voorkeur aan geven dat moslims worden begraven in de landen waarin zij woonden, zelfs als dit een niet-moslimland is. Deze wetenschappers beweren dat de ontwikkeling van islamitische begraafplaatsen en begraafplaatsen onderdeel is van de integratie van moslims in deze samenlevingen (Al Qaradawi 2003, 45) en benadrukken dat dit in overeenstemming zou zijn met het beleid van religieuze gelijkheid, aangezien joden en christenen ook hun eigen begraafplaatsen hebben.

Bron: https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/28740/04.pdf?sequence=10

Pin It on Pinterest